Folk Songs
All through the night
Welsh Folk Song
Charlie is my Darling
Scottish Traditional
Cindy
American Folk Song
Deep Peace
A Gaelic Blessing
Farewell, Lad
Catalan Folk Song
Going Home
After Symf. 9/II, Antonin Dvořák
Henry Martin
English Traditional
O Danny Boy
Irish Anthem
Poor wayfaring
English Folk Song
Scarborough Fair
Irish Traditional
The last Rose of Summer
Irish Traditional
The Sally Gardens
Irish Traditional
The Turtle Dove
English Folk Song
The Water is wide
Scottisch Folk Song
Melancholic, sentimental, cheeky, funny, nostalgic and spiritual Folk Songs from England, Wales, Ireland, Scotland, America and Catalonia.
FOLK SONG
The phenomenon of the folk song is common to all eras, places and nations. Generation after generation have found their own ways to sing about life’s themes: heroism, humour, longing, love, separation, death. The body of folk songs indigenous to the British Isles (and, by extension, America; the ‘New World’) is especially unique, with its countless settings of folk poetry and prose immediately identifiable as, for example, ‘typically Irish’. The combination of these unmistakeable characteristics, together with the music’s extraordinary flexibility which allows its arrangement for all manner of instrumental and vocal forces, provides the unifying theme behind this collection of British and American folk songs.
Themes
British folk songs often present their subject matter in an ambiguous manner with the result that the true meaning of the song is sometimes only obvious to the initiated. In this sense, the listening experience is rather similar to looking at a Renaissance painting, loaded with direct, and less obvious, symbolism. The fact that it refers to another era, however, means that this symbolism is often not (or not immediately) understood. It can seem, therefore, that the intervening time has denied us direct access to the song’s meaning. However, on making the effort to place the music and the text in the context of the era, one is immediately rewarded with an understanding of how, for example, mischievous titillation can be associated in the same breath with the melancholy of unattainable love. Sometimes a specific historical event is described, often somewhat ‘embellished’ by time, and the spiritual folk song genre is also represented on this recording. In the UK, the latter has its roots in the carol tradition (folk spirituality for the feasts of the church year) and in America the negro spiritual is, of course, a popular example.
Melodies
The tunes are often hundreds of years old and were sung according to the tonal norms of the Middle Ages. This is the tonality which we encounter, for example, in Gregorian Chant and also, later, in the Genevan Psalter, the collection of rhymed psalms still sung today, especially in the Netherlands. Sacred and secular music were, at that time, closely related or, to put it another way, church music and folk songs drew from the same tonal sources. And it is precisely these archaic scales which we find evocative today. Modality,as this kind of old tonality is called, conjures up melancholic images and as listeners we remain touched by sounds from the distant past.
The views of the English composer Ralph Vaughan Williams (1872 – 1958) are especially interesting in this context, not only because his music can be labelled ‘English-Pastoralist’ and because he himself was a keen collector of folk songs, but also because he re-established the important link with the church hymn through his use of folk songs in the 1906 English Hymnal.
Vaughan Williams defined folk song as „an individual flowering on a common stem.“ He added: „We folk-song collectors are often asked ‘what is the origin’ of a particular song or ‘how old’ is it? There is no answer to either of these questions; there is no original version of any particular tune; any given tune has hundreds of origins. Nor can we say how old it is; in one sense any particular tune is as old as the beginnings of music, in another sense it is born afresh with the singer of today who sang it. Integration and love. These are the two key words. The composer must love the tunes of his country and they must become an integral part of himself. … Music is above all the art of the common man. … And it seems to me that for this very reason music is able to grow out of our ordinary life in a way that no other art can. … It is not enough for music to come from the people, it must also be for the people. The people must not be written down to, they must be written up to. Remember: Many folk songs are written in allegory. For if folk song is music of great antiquity, it is at the same time always subject to change.“
Weemoedige, sentimentele, brutale, grappige, nostalgische en spirituele Folk Songs uit Engeland, Wales, Ierland, Schotland, Amerika en Catalonië.
FOLK SONG
Het volkslied is van alle tijden, alle plaatsen en alle naties. Generatie op generatie bezingt op eigen wijze de levensthema’s: heldendom, humor, verlangen, liefde, afscheid, dood. Het volkslied-repertoire van de Britse eilanden (en in het verlengde daarvan Amerika, de ‘nieuwe’ wereld) neemt in dit genre een heel aparte plaats in. Directe volks-poëzie en -proza worden hierin getoonzet op een manier die zich à la minute laat herkennen als typical Irish, om maar iets te noemen. Voeg deze onmiskenbare karakteristiek bij de ‘gewilligheid’ waarmee dit repertoire zich laat arrangeren voor bijzondere bezettingen, en de rode draad voor deze verzameling folk songs van Brits-Amerikaanse bodem is geboren.
Thematiek
In typisch-Britse folk songs worden onderwerpen vaak op dubbelzinnige wijze over het voetlicht gebracht. Ingewijden begrijpen de boodschap. Het is als met het kijken naar een Renaissance-schilderij: overlopend van directe en onderhuidse symboliek, maar van andere tijden, en daarom door ons vaak niet (of niet direct...) begrepen. Zo lijkt vervlogen tijd in eerste instantie een afstand te scheppen, maar wie de moeite neemt tekst en muziek te plaatsen in de tijdgeest wordt vrijwel meteen beloond: dan is te begrijpen hoe ondeugende pikanterieën in één adem kunnen worden genoemd met bijvoorbeeld de melancholie van een onbereikbare (ge-)liefde.
Daarnaast wordt vaak een historische gebeurtenis —veelal in de loop van de tijd verfraaid— bezongen, en ook het zogenoemde spirituele volkslied laat zich niet onbetuigd.
Deze laatste categorie heeft, voor zover het de Britse lijn aangaat, wortels in de Carol-traditie (volkse spiritualiteit voor de hoogtijdagen van het kerkelijk jaar), en aan Amerikaanse kant is natuurlijk de Negro Spiritual overbekend.
Melodieën
De tunes zijn vaak honderden jaren oud en werden gezongen volgens de tonale gewoontes van de Middeleeuwen. Dat is tonaliteit —zeg maar: rangschikking van tonen— die we beluisteren in bijvoorbeeld het Gregoriaans, maar ook in het veel latere Geneefse Psalter, de verzameling berijmde psalmen waaruit ook vandaag nog wordt gezongen. Kerkelijke en wereldlijke muziek staan in die dagen dicht bij elkaar. Anders gezegd: kerkmuziek en volksliedjes putten uit dezelfde tonale bron. En juist deze archaïsche tonenvolgorde treft ons in het hart. Modaliteit —dat is de meer technische term voor dit verschijnsel— roept melancholie op. Klanken uit een ver verleden beroeren ons.
Interessant is de visie van de Engelse componist Ralph Vaughan Williams (1872 – 1958), bekend van veel muziek die zou kunnen worden omschreven als ‘Engels-nationalistisch’. Een vertaald citaat uit materiaal van de internet-site www.musicalconcepts.net:
Vaughan Williams omschreef folk song als „individuele loten uit een gemeenschappelijke stam“. Hij voegde daaraan toe: „aan ons, verzamelaars van folk songs, wordt vaak gevraagd: wat is nu precies de oorsprong van een bepaalde song, of: hoe oud is het precies? Op beide vragen is niet een direct antwoord te geven; er bestaat geen originele versie van welke melodie dan ook; elke melodie heeft bij wijze van spreken honderden vormen van oorsprong. We kunnen ook niet zeggen hoe oud een melodie precies is; aan de ene kant is elke willekeurige melodie zo oud als de muziek zelf, anderzijds kun je zeggen dat een melodie opnieuw in alle frisheid ontstaat mét een uitvoering van vandaag.
Eenwording en liefde. Dat zijn de twee sleutelwoorden. De componist moet de melodieën die zijn land eigen zijn hartstochtelijk liefhebben, en hij moet er als het ware één mee worden en zijn. ... Muziek is dé kunstvorm van de gewone man. ... En het komt mij voor dat dáárom de muziek in staat is om boven ons gewone leven uit te stijgen, meer dan welke kunstvorm dan ook. ... Muziek moet niet alleen uit het volk voortkomen, het moet er ook zijn vóór het volk. Muziek als kunst mag niet worden versimpeld voor het gewone volk, maar andersom: het moet als hogere kunst ontstaan naar het volk toe.
Bedenk: de betekenis van veel volksliederen is meer symbolisch dan letterlijk, en daarmee zeker niet ‘onwrikbaar’. En hoewel het volkslied muziek is van vervlogen dagen, tegelijkertijd is het altijd actueel te noemen, en immer onderhevig aan verandering en vernieuwing.“