Just as Bach had done in the opening chorus of the Matthäus-Passion, Mendelssohn also makes use of a chorale melody Wachet auf, ruft uns die Stimme in the overture to ‘St Paul’. Following a fugal build-up of tension in a moderate tempo, the movement begins to quicken. The chorale melody is heard in all its glory at the piece’s climax. As a consequence, the work can be seen as a highly successful combination of baroque compositional techniques and romantic additions. Both the work’s form and its realisation are strongly reminiscent of the double fugue (which features the chorale Aus tiefer Not in long note values in the pedal) from the third organ sonata A major, opus 65/3, MWV W 58.

Genauso wie Bach im Eingangschor der Matthäus-Passion setzt auch Mendelssohn in der Ouvertüre zum Oratorium Paulus eine Choralmelodie ein: Wachet auf, ruft uns die Stimme. Nach fugalem Aufbau in gemäßigtem Tempo beschleunigt sich die Bewegung. Auf dem Höhepunkt ertönt die Melodie in voller Pracht. Das Werk bildet somit ein gelungenes Beispiel einer gekonnten Kombination von barocken Kompositionstechniken und romantischen Zusätzen. Anlage und Ausarbeitung erinnern sehr an die Doppelfuge mit dem Choral Aus tiefer Not in langen Notenwerten im Pedal, und zwar in der dritten Orgelsonate A-Dur, Opus 65/3, MWV W 58.

Evenals Bach in het openingskoor van de Matthäus-Passion maakt ook Mendelssohn in de ouverture van het oratorium Paulus gebruik van een koraalmelodie: Wachet auf, ruft uns die Stimme. Na een fugatische opbouw in een gematigd tempo versnelt de beweging. Op het hoogtepunt klinkt de koraalmelodie in volle glorie. Het werk is daarmee een zeer geslaagd voorbeeld van een knappe combinatie van barokke compositietechnieken en romantische toevoegingen. Opzet en uitwerking doen sterk denken aan de dubbelfuga met in het pedaal het koraal Aus tiefer Not in lange notenwaarden uit de derde orgelsonate A-groot, opus 65/3, MWV W 58. S