In this da capo-aria (A-B-A) from the same cantata (57), the text evokes the ‘joyful’ longing for death so typical of pietistic Lutheranism in the time of Bach, but so impossible to comprehend today. The opening bars depict the end of life symbolised by the falling of the body into the arms of Jesus. After 34 bars of lively g minor, with its 3/8 time signature, an extra, agitated (soprano) voice is added to the texture. She convinces the listener that such a longing for death should, at the very least, be considered sad. The B section ends in the relative major (B flat) with the question ‘was schenkest du mir?’. Instead of the usual recapitulation of the initial material, Bach continues the dialogue with a four-voice chorale setting in order to allow the question to be answered immediately: faith provides salvation from death.
In dieser Dacapoarie (A-B-A) aus derselben Kantate (57) wird eine für den modernen Menschen nicht zu fassende „frohe“ Sehnsucht nach dem Tod besungen. Die ersten Takte stellen das Lebensende vor als ein ergebungsvolles Sichfallenlassen in Jesu Arme. In heiterem g-Moll und flottem 3/8 Takt fügt sich nach 34 Takten eine federnde (Sopran)Stimme ins Ganze ein. Sie überzeugt uns davon, dass solche Todessehnsucht alles andere als traurig zu betrachten ist. Der B-Teil schließt in der Paralleltonart B-Dur mit den fragenden Worten Was schenkest du mir? Statt der „vorgeschriebenen“ Wiederholung des Beginns (da capo) erhält Bach den Dialog aufrecht, indem er sofort einen vierstimmigen Choralsatz (Melodie: Lobe den Herren, den mächtigen König der Ehren) mit der Antwort folgen lässt: Der Glaube rettet vom Tod.
In deze da capo-aria (A-B-A) uit dezelfde cantate (57) wordt een voor de moderne mens niet te bevatten ‘vrolijk’ verlangen naar de dood bezongen. De eerste maten verbeelden het levenseinde als een zich vol overgave in de armen van Jezus laten vallen. In een opgewekt g-mineur en vlotte 3/8-maat voegt zich na 34 maten een verende (sopraan)stem in het geheel. Ze overtuigt ons van het feit dat een dergelijk doodsverlangen allerminst als treurig moet worden gezien. Het B-gedeelte eindigt in de paralleltoonsoort Bes-groot met de vragende woorden was schenkest du mir? In plaats van de ‘voorgeschreven’ herhaling van het begin (da capo), houdt Bach de dialoog in stand door een vierstemmige koraalzetting (57/8) met het antwoord direct te laten aansluiten: het geloof redt van de dood.